zeeën van tijd had hij

Omdat vandaag vijftig jaar geleden Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band uitkwam, hier een fragment uit hoofdstuk 22 van Alles komt goed, uit 2012, waarin Rudolf terugdenkt aan een logeerpartij toen hij zestien was; in de tuin van het grote huis las hij een boek over de dag waarop Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band uitkwam. (Ik heb zelf ook vage herinneringen aan een soortgelijk artikel uit een soortgelijk boek (was het een bloemlezing uit Rolling Stone?), maar heb het, net als Rudolf,  nooit terug kunnen vinden.

De echte Rudolf is vijftien, zestien, en logeert een zomer in de villa van de ouders van Walter. De echte Rudolf luistert naar de muziek die de oudere broer van Walter hem laat horen op diens ruime zonnige kamer, en daar zou hij graag naar terug willen, […]  terug naar die villa van Walters ouders, met de achtertuin die niet aan een bos grensde, maar aan weiland, en Walters moeder die naar de horizon wees en zei: ‘Dat is niet meer van ons.’ Hij ziet zich op het terras zitten, of (als de zon te heet is) op het balkon van de logeerkamer, en hij leest, want de broer van Walter heeft niet alleen platen, maar ook boeken.

En het ging vooral om één boek, het was Engels – nee, Amerikaans, de taal was Engels, maar het kwam uit Amerika; dan zal hij eerder zestien dan vijftien zijn geweest, als hij dat boek toen al kon lezen. Het was een groot en zwaar boek met een harde kaft, een bloemlezing van artikelen over popmuziek, uit de Rolling Stone als hij het zich goed herinnert, gedrukt op glanzend papier dat al een beetje oud was, en met veel paginagrote zwart-witfoto’s. En de tekst, was de tekst niet gezet in kleine letter, en in twee kolommen? Dat zou goed kunnen, zo ziet hij het in ieder geval voor zich, hij voelt zelfs de bescheiden zwaarte van de bladzijden bij het omslaan.

Hij had The Beatles toen al ontdekt (ze waren al jaren uit elkaar, in Engeland kwam de new wave op) en één artikel uit het boek is hem altijd bijgebleven, een stuk over de dag waarop Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band uitkwam in de Verenigde Staten, de langverwachte lp waarmee The Beatles alle beloften zouden inlossen en meer dan dat, de dag waarop ze iedereen van vrolijke verbazing steil achterover lieten slaan. De schrijver van het stuk beschreef hoe hij op die dag een lange autorit door de Verenigde Staten maakte. Bij elk benzinestation waar hij uitstapte, hoorde hij op de radio een nummer van Sgt. Pepper, waar hij dan samen met de pompbedienden, de monteurs en andere automobilisten opgewonden naar luisterde. Dat was alles, maar het was genoeg: een lange rit door uitgestrekte bossen, en dan telkens een klein benzinestation waar mensen naar de radio luisterden en het met elkaar over de song hadden waarnaar ze zojuist hadden geluisterd. Toen de schrijver aan het eind van de dag zijn bestemming had bereikt, had hij het hele album gehoord.

Natuurlijk blijven er veel vragen over. Had de auteur geen autoradio, waarom stopte hij bij al die benzinestations, had hij een auto die benzine slurpte, of stopte hij juist omdat hij geen autoradio had en al die nummers wilde horen? Echt plausibel klinkt het niet, maar toch, Rudolf had erbij willen zijn, hij had mee willen rijden en die magische opeenvolging van momenten willen meemaken, de gedeelde opwinding met vreemden die gedurende die dag steeds weer werd herhaald. Juist dat de auteur onderweg was gaf het verhaal iets klassieks, hij was getuige van de geboorte van een nieuwe wereld in een bestaande omgeving van autowegen, benzinestations, passanten en monteurs. Zoiets zou een heel leven moeten vullen, het zou een heel leven moeten zijn. En nu ziet Rudolf ook de grote zwart-witfoto voor zich die bij het artikel stond: een klein wit benzinestation, een vierkant gebouwtje met een plat dak, wat auto’s, een paar ouderwetse benzinepompen, en direct daarachter een hoog oprijzend bos, tot aan de bovenrand van de foto, je zag geen lucht, alleen de stammen van bomen.

Dit was het boek dat hij had moeten opsporen, […] maar hij heeft het niet gedaan, en nooit heeft hij die reis door Amerika gemaakt. Hij heeft het gewild, vanaf toen, het was zijn droom, met een huurauto, wekenlang, het hele land door. Eerst had hij geen rijbewijs, daarna had hij geen geld, en toen hij eenmaal geld had – het is er in ieder geval nooit van gekomen, hij had het er zelfs ooit nog met Paul Hoveling over gehad, zullen we met z’n tweeën… Maar het liefst in zijn eentje, ergens in de jaren zestig, van benzinestation naar benzinestation. Geen tijd? Tijd genoeg heeft hij gehad, zeeën van tijd had hij.

 

 

 

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in Alles komt goed, lezen, muziek en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s