de typende aap

Ik had ’m graag zijn zin gegeven, ik had hem graag serieus genomen, want ik had Herman Brusselmans hoog zitten, ooit.

Zoals (voorzichtig uitgedrukt) wel vaker het geval is, heeft hij een nieuw boek. Het heet Geschiedenis van de moderne literatuur, en in dat historische overzichtswerk behandelt hij op uitputtende wijze de recente ontwikkelingen in de Nederlandstalige literatuur. Nou ja, hij schrijft op wat hij van al die schrijvers van tegenwoordig vindt, vooral als ze jonger zijn dan hij, met behulp van melige, verzonnen anekdotes en inzoomend op lichamelijke gebreken die hij tijdens het hanteren van zijn misvormende zoomlens zelf heeft verz – – ach laat ook maar.

Echt, ik zou graag iets zinnigs over de nieuwe Brusselmans willen zeggen, dat ben ik de schrijver van kleine klassiekers als De man die werk vond en Heden ben ik nuchter wel verschuldigd; hoe vaak hebben die boeken me vroeger in de Czaar Peterbuurt niet door grauwe katerige dagen heen geholpen?

Zelf wil Brusselmans eigenlijk ook best graag dat iemand er iets over zegt. Vorige week vroeg de interviewer van dagblad Trouw hem of hij nooit medelijden heeft met de schrijvers die hij in dit boek behandelt.

‘Nee,’ zegt Brusselmans, ‘want ik zeik alleen mensen af die zich kunnen verdedigen. Schrijvers hebben hun eigen podium om mij terug te pakken. Dan krijg je polemiek, dat vind ik leuk. Dat is ook al zo’n genre dat volledig dood is: elkaar de huid volschelden op een stilistische, letterkundige manier.’

Ja, daar heeft hij een punt. En met dit boek weet Brusselmans het volledig dode genre vooralsnog geen nieuw leven in te blazen, hoeveel stilistische en letterkundige manieren hij er ook op loslaat. Met zijn gepunte laarsjes staat hij zo zachtjes en langdradig op de weke delen van de overledene in te schoppen dat het lijk uit verveling nogmaals de geest geeft.

In het interview gaat hij nog even door over polemiek. ‘Gerrit Komrij en Jeroen Brouwers konden het goed. Maar de meeste schrijvers zijn vriendjes van elkaar, hun neef zit in een literair comité of ze kennen iemand in de jury van een literaire prijs. Ze kijken daarom enorm uit met wat ze schrijven.’

Maar dat dit boek geen polemieken zal veroorzaken heeft minder met angstvalligheid te maken dan met het totaal ontbreken van redenen om de pen op te nemen. Meer dan zeshonderd dicht bedrukte bladzijden en nergens houvast. Ik kan Brusselmans zijn zin niet geven, ik kan niets voor hem doen, er valt niets over dit boek te zeggen, het is Brusselmans versie van Finnegans Wake, geen begin, geen einde, het gaat maar door, we zitten in het hoofd van de schrijver en nergens een gat om naar buiten te kijken. Zo nu en dan komen we een naam tegen die we herkennen maar dan heeft die toch vooral betrekking op een persoon die alleen in Brusselmans verbeelding bestaat.

Met Brusselmans is het als met Reve: iedereen met verstand van zaken vindt vooral zijn vroege werk goed, alleen een klein groepje die hards met verlatingsangst blijft tegen beter weten in volhouden dat ook het latere werk best de moeite waard is. Het is dan ook ontroerend om te zien dat hier en daar op sociale media schrijvers trots de fragmenten uit Brusselmans boek delen waarin ze zelf voorkomen. Vooralsnog eigenlijk alleen mannelijke schrijvers, en iets zegt me dat dat zo zal blijven. Voor hen is Brusselmans dan toch nog de grote broer door wie ze willen worden genoemd en gezien. Waarbij ze voor het gemak vergeten dat Brusselmans helemaal niet doet aan noemen en zien. Hij is een van oogkleppen voorzien paard dat doordraaft en doordraaft, in de hoop ooit ergens een stal aan te treffen.

Laat ik eerlijkheidshalve wel even vermelden dat ik zelf ook in dit overzichtswerk voorkom, en, laat ik er dit dan meteen ook maar bij zeggen, want fair is fair: blijkbaar ben ik de uitzondering op de regel, want alles wat Brusselmans schrijft over mijn relatie, mijn verloofde, mijn kapsel en mijn penis is spot on, alsof hij er zelf bij is geweest, aan de keukentafel, en in de slaapkamer. (Kom nog eens langs, Herman, en laat deze keer je kunstgebit niet op het nachtkastje liggen.)

En laat ik hier ook maar meteen aan toevoegen dat ik het boek diagonaal heb gelezen. Het is menselijkerwijs gesproken dan ook niet mogelijk deze woordenmassa op een andere dan diagonale wijze tot je te nemen. Het zou aardig zijn geweest als Brusselmans uitgeverij de tekst diagonaal op de pagina’s had geplaatst; dat zou tenminste nog van enig inzicht getuigen, en van enig gevoel voor humor.

Lang geleden, een jaar na de dood van Wim Kan, vertelde André van Duin in zijn oudejaarsshow wat moppen over politici. Blijkbaar vond hij dat de door Kan achtergelaten plek gevuld moest worden, wie weet was het een hommage. Maar het was gênant en tenenkrommend. Wat Van Duin deed had niets te maken met de manier waarop Wim Kan jarenlang het gedrag en de kleinheid van politici behandelde. Van Duin diste gewoon een reeks oude moppen op waarin hij willekeurige politici liet figureren, zonder dat hun persoonlijke gedragingen of opvattingen een rol speelden.

Brusselmans doet in deze Geschiedenis van de moderne literatuur iets vergelijkbaars. Hij weigert, om wat voor reden dan ook, inhoudelijk te worden. Verwissel alle namen en je hebt hetzelfde boek. Niets doet er eigenlijk toe.

Daarom valt er niets te polemiseren. Het is onschuldig vermaak. Als het niet zo onschuldig was, zou het hier en daar een beetje ranzig zijn, maar nee, de onschuld overheerst. En juist die onschuld nekt het hele project. Dat Brusselmans nergens scherp is, en venijnig, en to the point, verzwakt alles. Hij meent het nauwelijks, alles waarover je zou kunnen vallen is uiteindelijk niet solide genoeg om er daadwerkelijk over te struikelen. Het is een onschuldig spel, en dat is het al jaren bij Brusselmans. Hij zit achter zijn bureau en hij typt, als de spreekwoordelijke aap die als hij maar genoeg millennia door typt ooit het verzameld werk van Shakespeare zal produceren.

Nog maar even wachten dus. Maar waarop? Shakespeare hebben we al. Misschien moeten we hem nu al belonen, dan kan hij er mee ophouden. Misschien moeten we vanaf nu elke dag om acht uur in het raam gaan staan en voor Brusselmans gaan applaudisseren, tot hij stopt met typen.

Advertentie
Dit bericht werd geplaatst in recensie, schrijven en getagged met , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

6 reacties op de typende aap

  1. Rik zegt:

    “Met Brusselmans is het als met Reve: iedereen met verstand van zaken vindt vooral zijn vroege werk goed, alleen een klein groepje die hards met verlatingsangst blijft tegen beter weten in volhouden dat ook het latere werk best de moeite waard is.” Ben ik fout? Ooit las ik één vroeg werk van Brusselmans, en niet echt tot het einde. Daar bleef het bij. Reve daarentegen… Dus ik volg je wel!

  2. F. zegt:

    Andre van Duin wordt hier beledigd, hij stond aan het begin van zijn carrière toen hij de mislukte grappen maakte na de dood van Wim Kan, Brusselmans heeft het einde van zijn carrière bereikt. Van Duin heeft zich voortdurend vernieuwd en ontwikkeld. Over Brusselmans zou ik nog willen zeggen dat de industrie , publiek, uitgevers, journalisten, tv- programmamakers, jaren en jaren van hem geprofiteerd hebben, terwijl niemand hem kritiek gaf. Iedereen had baat bij Herman Brusselmans . Daarom vind ik het wel wat cru om hem nu ineens keihard af te serveren.

    • André van Duin was al zo’n twintig jaar bezig, dus niet helemaal aan het begin van zijn carrière; hij wordt hier niet beledigd, ik heb het gewoon over een minder gelukkige act van hem. Verder heb ik hem vrij hoog zitten. Brusselmans heeft in de loop der jaren best kritiek gehad, maar uiteraard niet van de mensen die hem fêteerden en van hem profiteerden. Van keihard afserveren is hier ook geen sprake, volgens mij, ik probeer alleen zijn wens te vervullen.

  3. F. zegt:

    Snap ik van die wens.

  4. Eerst probeerde Eus het, vol met fouten, en nu dus Brusselmans, zonder tanden. Het wachten is op een geslaagde aanval op de Nederlandse vriendjesliteratuur. Hoewel, misschien ook niet.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s