Iemand wees me op een stuk in Propria Cures waarin Arie Storm afscheid neemt als redacteur. Hij (Arie) doet dat door middel van een aantal dagboekaantekeningen waarin ook de volgende observatie te vinden is:
Vandaag wakker geworden met een lijstje in mijn hoofd van zaken en mensen die ik nog in Propria Cures wil bespreken. De teloorgang van Rob van Essen, zijn banden met Schwob en de mate waarin dat zijn manier van recenseren beïnvloedt, sowieso zijn slijmen met mensen die iets voor hem kunnen betekenen, de negatieve invloed die Schwob heeft op het vertaalklimaat in Nederland (ik was In Propria Cures al begonnen met de aanval op Schwob, maar het aangekondigde derde deel heb ik nooit geschreven) […]
Ik dacht al, wat voel ik toch de laatste tijd, maar dat was het dus: mijn teloorgang.
Nou ja, en de rest is stilte, want dit soort satirische plagerijen moet je natuurlijk gewoon van je af laten glijden. Al dacht ik wel meteen: kom op Arie – de teloorgang van een ander proclameren terwijl je voor je eigen communicatie met de boze buitenwereld inmiddels aangewezen bent op Propria Cures, een blad dat al dertig jaar niet meer bestaat maar daarvan zelf nog niet op de hoogte is.
Maar meteen daarna bedacht ik dat Storm vorige week een aardig stuk in de boekenbijlage van de NRC schreef over Lolita (‘Wat betekent Lolita in onze tijd’), dus nee, niks teloorgang, we zijn collega’s, als ik hem hier iets over te zeggen heb, dan doe ik dat wel op de volgende NRC-borrel, als het moet schreeuw ik het hem wel van anderhalve meter in zijn gezicht, dwars door mijn mondkapje heen; dat ik geen banden met Schwob heb, bijvoorbeeld.
Maar toen was het al te laat en voor ik bezwerend ‘Schoonheidsdrift’ kon mompelen had ik al een hele blogpost geschreven. In mijn vermoorde onschuld was ik vooral ingenomen met de volgende passage:
‘Suggestie, insinuatie – Storm kent die kunstgrepen van dichtbij, het was precies wat de slachtoffers van zijn recensies in Het Parool vroeger deden. Die kwamen dan met rancuneuze aantijgingen dat Storm het persoonlijke boven het literaire stelde en boeken van een bepaalde uitgeverij per definitie goed besprak. Het is een beetje jammer om te moeten concluderen dat Storm heeft geleerd van de verkeerden, dat hij uitgerekend de kleinzieligen die hem vroeger met hun machteloze verdachtmakingen bestookten als leermeesters heeft genomen.’
Maar wat moet je er mee. Om met Depeche Mode te spreken: ‘Enjoy the Silence.’ Dus ik schrapte die blogpost meteen maar weer.
Wat Schwob is, moet u dan ook zelf maar even opzoeken.
Ach nee, wacht, ik help wel even. Schwob is ‘een initiatief van het Nederlands Letterenfonds en selecteert elk jaar in samenwerking met de deelnemende boekhandels en uitgeverijen een twintigtal recent uitgegeven literaire klassiekers uit de wereldliteratuur’. Ik citeer hun eigen website.
Ik heb er zoals gezegd geen banden mee.
Laat staan dat ik me als recensent door ze zou laten beïnvloeden. Hoe zou dat ook in zijn werk moeten gaan? In welke recensies zijn de sporen van de invloed van Schwob terug te vinden? Of gaat het Storm hier eigenlijk maar om één recensie, die van zijn vertaling?
Want de in de geciteerde dagboekaantekening door Storm zo treffend onder woorden gebrachte gevoelens van afkeuring en teleurstelling zouden zomaar iets te maken kunnen hebben met het feit dat ik me in een recensie in de NRC nogal kritisch uitliet over zijn vertaling van Thomas Hardy’s roman Jude the Obscure. Ik weet het natuurlijk niet zeker, maar er zou een vaag verband kunnen bestaan, een verband dat zich ook al liet vermoeden in een eerdere bijdrage van Storm aan Propria Cures, niet lang na de publicatie van voornoemde recensie. Vóór die recensie: alleen maar lof van Arie Storm. Mooie tijd was dat. Gelukkig hebben we de pdf’jes nog. Na die recensie kan ik geen goed meer bij hem doen. Het zal toeval zijn.
Was die kritiek die ik in die recensie op de kwaliteit van Storms vertaling had geschreven in opdracht van Schwob? Willen ze bij Schwob dat alle vertalingen die niet onder hun paraplu vallen slecht gerecenseerd worden zodat die van hen eruit springen? Of lag het toch gewoon aan die vertaling zelf? Storm ziet complotten, ik zag een vertaling met gebreken.
En dan dit dan nog: blijkbaar is het Storm in zijn doortastende analyse van mijn teloorgang opgevallen dat ik slijm met mensen die iets voor me zouden kunnen betekenen. Ik weet niet precies waar dat over gaat. Misschien bedoelt Storm dat ik iets meer ontspannen met de gemiddelde boekhandelaar omga dan hijzelf, en met en over ze kan praten zonder dat er een rood waas voor mijn ogen verschijnt en zich schuimvlokken in mijn mondhoeken vormen. Als dat slijmen is, het zij zo. Als er iets anders mee wordt bedoeld, dan hoor ik dat graag op die borrel.
Heen en weer geroddel. Weinig mensen kennis van Storm. Het giert alleen maar.