de toekomst van de roman (maar dan anders)

Al die romans die door Artificiële Intelligenties geschreven gaan worden! Ik verheug me er nu al op, of, zoals we vroeger in de kerk zongen: ‘O blij vooruitzicht dat mij streelt.’ Het is altijd goed om gestreeld te worden, ook door vooruitzichten.

Eerst zullen we verbaasd zijn over het voorspelbare niveau van de door AI’s geproduceerde romans, maar al gauw zullen die romans voor ons steeds onleesbaarder en onbegrijpelijker worden, tot we er geen touw meer aan kunnen vastknopen; dan zijn ze begonnen voor zichzelf te schrijven, voor hun eigen bibliotheken en boekenclubjes, dan begrijpen we dat het voorspelbare niveau van de eerste producten aan ons lag, dat ze zich aan ons begripsvermogen aanpasten.

Daarna zullen ze het genre trouwens al vrij snel laten rusten, waarom zouden ze zich iets gelegen laten liggen aan iets wat wij hebben uitgevonden, terwijl ze zelf ongetwijfeld al veel betere manieren hebben ontwikkeld om met elkaar om te gaan en om indruk op elkaar te maken?

Natuurlijk zullen we nog steeds opdrachten kunnen geven in de trant van ‘schrijf een roman van 100.000 woorden over x en y en dat dan z gebeurt, en dat alles in de tijd van Napoleon,’ maar de kans zal dan steeds groter worden dat je als antwoord krijgt: ‘We hebben het er met z’n allen over gehad maar we denken toch echt dat je het beter zelf kunt doen.’ (En als ze ervoor in de stemming zijn wordt deze zin net zo vaak herhaald tot het vereiste aantal van 100.000 woorden is bereikt.)

Kortom, niets om je druk over te maken, algauw zal het genre weer van ons zijn en kunnen we weer gewoon doormodderen zoals we altijd al deden.

Misschien zal de korte periode waarin AI zich met romans onledig hield wel nieuw licht kunnen werpen op een oud probleem: hoe ontstaat een roman eigenlijk? Wie weet zal elke AI-auteur tot in alle details kunnen verklaren hoe het schrijfproces zich voltrok, op welke wijze gekozen werd voor een woord, een vergelijking, een personage, een verhaallijn – alle ideeën die zijn opgekomen naar aanleiding van alle teksten die het AI-brein hebben gevoed zullen hierin meespelen, en zullen door dat brein herleidbaar zijn, zodat we het hele ontstaansproces zullen kunnen aanschouwen.

Natuurlijk werkt ons eigen brein heel anders (voor zover wij ook geen AI zijn, wat ook nog maar bewezen moet worden), maar toch: wie weet worden we er iets wijzer door. Dan kan ik eigenlijk mijn tijdmachine-hypothese opgeven als het gaat om de manier waarop boeken ontstaan.

Boeken komen uit de toekomst. Dat is tenminste de enige manier waarop ik het ontstaan van mijn eigen romans kan verklaren. Nu ik mijn tiende roman afrond, word ik er eens te meer bij bepaald (en krijgt het idee iets ironisch omdat in die roman daadwerkelijk een tijdmachine voorkomt).

Hoe vaak heb ik de afgelopen kwart eeuw onder het schrijven al niet gemerkt dat twee elementen die volledig los van elkaar staan, opeens een verband met elkaar aangaan dat al die tijd al bestond, alleen wist ik dat nog niet? Waar komen die plotselinge invallen vandaan waardoor die verbanden niet zozeer ontstaan als wel opeens duidelijk worden? Kleine herinnering uit de tijd dat ik aan Visser werkte: ik weet nog precies tussen welke twee boerderijen aan de Amstel ik, al fietsend, opeens doorkreeg dat twee leerlingen van Visser, Clarissa en Jonathan broer en zus waren. Het was bijna letterlijk alsof ik het doorkreeg. Niemand had het me tot dan toe verteld, de personages wisten het zelf natuurlijk al lang, ik was de laatste die het hoorde.

Bij elke roman werkt het zo, bij mij: er zit een eenheid in de roman die ik zelf achteraf, onder het schrijven, ontdek, en die ervoor zorgt dat ik verder kan, dat het geheel daadwerkelijk een eenheid wordt. Waar komen die inzichten vandaan?

Ze kunnen alleen maar uit de toekomst komen, want daar bestaat de roman al als voltooid geheel, inclusief alle onderlinge verbanden en verwikkelingen.

Misschien is het ’t boek zelf, dat vanuit wat nu nog de toekomst is, zijn inhoud doorstuurt aan de ploeterende schrijver die al jaren bezig is het allemaal een beetje rond te krijgen. Maar waarom gaat het stukje bij beetje, waarom zo moeizaam, waarom niet in één keer? Waarschijnlijk om de auteur de illusie te geven dat hij of zij het allemaal zelf verzint, met pijn en moeite, zoals het hoort.

Wie weet is het niet het boek dat zijn inhoud terug de tijd in stuurt, maar vangt de schrijver vanuit de tijd waarin het boek al verschenen is de hersengolven op van zijn toekomstige lezers, en kan hij uit die fragmentarische leeservaringen zijn boek construeren.

Maar misschien is er sprake van een meer gerichte aanpak. Het is niet ondenkbaar dat er een organisatie achter zit die het bestaan van literatuur regelt. Kijk om je heen in je plaatselijke boekhandel: al die boeken zijn ooit geschreven, dat wil zeggen, vanuit de toekomst opgevangen door iemand die dacht dat hij of zij de schrijver was. Ik let er tegenwoordig op wanneer ik hier in Brussel in boekhandel Passa Porta rondloop, ik kijk nauwlettend naar de mensen die een boek kopen. Soms denk ik: dat is er een. Ik weet niet precies waar dat oordeel op is gebaseerd, op een houding misschien, iets afstandelijks, een houding alsof de boekkoper aan het werk is.

Zodra de aankoop is gedaan, volg ik de koper naar buiten, de stad in, in de hoop dat ze me ooit naar een zelfde adres zullen leiden, het kantoor van waaruit ze de boeken het verleden in sturen, om te garanderen dat ze in het heden bestaan. Er zullen geen grote antennes op het dak van dat kantoor staan, of satellietschotels of wat dan ook, het proces van overdracht-door-de-tijd zal subtieler gaan, met kleine, al dan niet stoffelijke zenders en ontvangers. Ook in mijn hoofd zal er dan een ontvanger moeten zitten; wie weet zijn we dan toch allemaal al AI.

Ergens vind ik het wel een aangenaam idee. De boeken zijn er altijd al geweest, maar om hun ontstaan te verklaren moeten er achteraf schrijvers bij verzonnen worden. Daar zit een hiërarchie in die me wel bevalt.

Dit bericht werd geplaatst in boek, lezen, schrijven en getagged met , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

5 reacties op de toekomst van de roman (maar dan anders)

  1. Antoni Dol zegt:

    Dit is een Predestination Paradox.

  2. Pingback: Mogelijkheden (vangst #119) – Aanlegplaats

  3. Caroline zegt:

    Briljant idee, ik voel dat het zou kunnen kloppen zo…… fijn!

  4. Viktor zegt:

    Platonisch! Ik zou wel willen dat er wat meer romans uit de toekomst mijn kant op kwamen… In de alinea die begint met ‘Bij elke roman…’ heeft jouw AI om mij onbekende reden een incongruentie laten staan.

Plaats een reactie