morgen ben je beter

Drie kleine verhalen die ik ooit voorlas in de serie ‘Twee Minuten‘.

HEIDEKONINGIN

Op de avond waarop ze tot heidekoningin werd gekozen, maakte Jolanda het uit. Ik moet verder kijken, zei ze, de wereld ligt voor me open. De volgende ochtend werd ik pas laat wakker. Gehaast fietste ik naar de winkelstraat. Daar was de parade al begonnen. De mensen stonden rijen dik. Eerst kwam muziekkorps ‘Wilhelmina’. De muzikanten droegen heidetakjes op hun petten. Daarna kwam de praalwagen met de heidekoningin en haar hofdames. Jolanda was mooier dan ooit. Haar paarse jurk stond goed bij haar lange blonde haar. Ze wuifde koninklijk. Om haar voeten stonden opgezette lammetjes. Ik liep achter het publiek mee met de wagen, in de richting van de Grote Kerk. Alle dorpsbewoners juichten Jolanda toe. Het was alsof ze hun instemming betuigden met de beslissing die ze de avond ervoor had genomen.

*

HOE KLEIN ZE WAS, EN HOE VER

Wanneer hij met een van ons over straat liep, pakte hij soms een meisje dat toevallig langs liep bij de schouders en ging naast haar staan terwijl hij haar stevig vasthield. Als haar hoofd tot net boven zijn schouders kwam, zei hij: ‘Zo groot was ze ongeveer.’ In het begin moest hij wel eens een meisje wegduwen dat te groot of te klein was, maar op den duur wist hij de meisjes die tot net boven zijn schouder kwamen er feilloos uit te pikken. ‘Zo groot was ze ongeveer,’ alsof hij het over iemand had die ooit echt had bestaan, maar we hadden al lang geleden afgesproken nooit meer iets te zeggen dat hem kwaad zou kunnen maken. De meisjes op straat waren van deze afspraak uiteraard niet op de hoogte.

*

DE HERSTELLENDE ZIEKE

Anderen zouden misschien in het diepst van hun gedachten graag bergbeklimmers zijn, vakbekwame hartchirurgen, beroemde kunstenaars, of rijke muzikanten, maar als het kan, zou ik de herstellende zieke willen zijn. Er zit een kalme rust in je hoofd, er is een gewicht van je schouders genomen, het lijkt of je een beetje zweeft. Je hebt je voor het eerst in dagen weer gewassen. Je bent er nog niet helemaal, maar je voelt je goed genoeg om naar buiten te gaan. De zon schijnt, rustig kijk je je om je heen, je hoofd is helderder dan ooit, geluiden klinken als nieuw, en wat komen sommige van ver! Je bent een week niet buiten geweest, je bent vergeten dat geluiden van zo ver kunnen komen. Maar je bent verloren, dit gaat weer voorbij, morgen ben je beter.

Dit bericht werd geplaatst in schrijven, verhalen. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie