koning eenoog in het land der eenogen

Verleden week schreef Jan van Mersbergen op zijn blog een stuk met de titel ‘In vertaling natuurlijk’ (zie hier) waarin hij schreef dat hij boeken van buitenlandse auteurs alleen in vertaling leest. So far, so good (tot zover niets aan de hand), maar gaandeweg blijkt dat hij eigenlijk verlangt dat ook wij de gewoonte opgeven om ‘buitenlandse boeken’ (zijn term) in de originele versie te lezen. Vooral mensen die Engelse boeken lezen zijn de gebeten hond.

Van Mersbergen geeft een aantal redenen voor het feit dat hij buitenlandse literatuur alleen in vertaling leest. Het eerste argument is dat Nederlands zijn taal is. Inderdaad, je beheerst geen enkele taal zo goed als je moedertaal. Daaruit volgt Van Mersbergens tweede argument:

Mijn Engels is niet goed genoeg, dat is een tweede punt. Ik ken heel veel woorden niet. Nederlandse mensen die zeggen dat ze alles in het Engels lezen omdat dat mooier is en omdat het origineel beter is en echt, denken dat hun Engels wel goed genoeg is. Vergeet het maar, hun Engels is ook niet goed genoeg.

Ik weet niet hoe Van Mersbergen dit heeft onderzocht. Zelf heb ik in ieder geval nooit meegedaan met de Grote Van Mersbergen Begrijpend Engels Lezen-toets; ik was waarschijnlijk net even naar de Albert Heijn toen hij daarmee de deuren langs ging. Waar het bij Van Mersbergen blijkbaar op neerkomt is dit: als het Engels van Van Mersbergen niet goed genoeg is om Engelse boeken te kunnen lezen, is ook óns Engels daarvoor te slecht. Hij geen Engelse boeken lezen, wij geen Engelse boeken lezen – als bij de koning uit het bekende sprookje die maar één oog had en bij al zijn onderdanen een oog liet weghalen omdat hij er niet tegen kon dat anderen meer zagen dan hij. (Die ‘Nederlandse mensen’ uit het bovenstaande citaat vind ik ook merkwaardig, het doet denken aan de omzichtigheid waarmee soms van ‘Joodse mensen’ of ‘Turkse mensen’ wordt gesproken. Heb ik ergens iets gemist en is ‘Nederlanders’ een beladen term geworden?)

*

Ik ga ervan uit dat het ook voor een Nederlands mens mogelijk is om een zodanige beheersing van het Engels te bereiken dat je een Engels boek kunt lezen zonder al te veel te missen. Zeker voor Nederlandse mensen die Engels hebben gestudeerd (wat ik overigens niet gedaan heb) en sindsdien hun omgang met de taal hebben doorgezet, lijkt dat haalbaar. Maar niet alleen voor hen. Door veel in een bepaalde taal te lezen, vergroot je je kennis van die taal. Zo is dat ook gegaan toen we Nederlands leerden, vroeger. En ook al zullen we nooit een andere taal zo goed beheersen als onze moedertaal, we kunnen ver komen. Dat moet ook wel, want als geen enkel Nederlands mens het Engels voldoende zou beheersen, wie moet dan die vertalingen produceren die Van Mersbergen zo graag leest?

Van Mersbergen vervolgt zijn verhaal met een warrige passage, waarin het opeens gaat over Nederlandse mensen die in het Engels schrijven, wat weer een heel ander onderwerp is, en waarin wordt aangevoerd dat we ons brood bij de bakker toch ook niet in het Engels bestellen, zonder dat meteen duidelijk wordt wat dát dan weer moet bewijzen. (Voor degenen voor wie dit een eerste kennismaking met het proza van Van Mersbergen is: in zijn romans schrijft hij veel beter.) Toch wordt duidelijk waar hij heen wil:

 Lezen in het Engels geeft status, dat begrijp ik. Daar ging mijn studie cultuursociologie over. […] Mijn idee: je kunt beter een vertaling lezen in je eigen taal dan een moeilijk te begrijpen origineel in een vreemde taal, en dan doen of het echt is en allure heeft.

Van Mersbergens doelwit wordt gevormd door literaire snobs, voor wie status belangrijker is dan literair genot. Hij heeft een punt, al kan je aanvoeren dat anti-snobisme ook weer een vorm van snobisme is. Verder denk ik dat de overgrote meerderheid van lezers die Engelse boeken in het origineel lezen, dat eenvoudigweg doet omdat ze de taal voldoende beheersen om het te kunnen doen. Dan zou je zo nu en dan een woordenboek nodig hebben, so what (wat dan nog)? Nou ja, dat onderbreekt het ritme van het boek, schrijft Van Mersbergen, en ook daar heeft hij geen ongelijk.

Taal gaat wat mij betreft om ritme en cadans en om gevoel. Bij een Engels boek hapert het ritme omdat ik veel woorden niet ken of niet uit de zinnetjes kom. Ik ga zoeken. In Duitse en Franse boeken ook. Ik hou erg van Amerikaanse boeken, maar zelfs de ogenschijnlijk eenvoudige romans van Hemingway en Steinbeck zijn in het Engels anders dan in de prachtige vertalingen. Mijn spreektaal is niet hun Amerikaans. Mijn spreektaal schuurt langs de vertalingen. Ik heb altijd opmerkingen over de woordkeuzes van de vertalers, ik ben altijd blij dat ik die keuzes kan zien. In het Nederlands moet ik die keuzes ook maken. In het Engels lees ik over de keuzes heen, in die taal is er voor de meeste zaken wat mij betreft één woord.

Ook hier raak ik het spoor een beetje bijster, zeker wanneer Van Mersbergen het over die keuzes heeft (al zie ik die langs de vertalingen schurende spreektaal ook niet meteen voor me; echt, zijn romans zijn veel helderder). Als hij die keuzes van de vertalers kan zien, zoals hij schrijft, legt hij het origineel dan naast de vertaling om te vergelijken? Dat is dan toch net zo ritme-onderbrekend als het zo nu en dan raadplegen van een woordenboek? Misschien heeft Van Mersbergen het over de keuzes die de vertalers maken bínnen het Nederlands, maar of die keuzes goed gevonden zijn, kan je toch alleen maar zien wanneer je het origineel erbij haalt?

‘Je wereldje wordt erg klein wanneer je alles in het origineel wilt lezen,’ voert Van Mersbergen aan.

Engels gaat nog wel, Duits en Frans misschien ook, maar dat doet niemand. Geen idee waarom. Spaans hoor je heel soms. Maar in China en Japan en Afrika en Zuid-Amerika worden ook mooie romans geschreven, in Denemarken en Zweden ook. Dan toch maar een vertaling? Dat is wel een beetje slap. Engels wel in het origineel lezen en de rest niet. Een andere optie: al die mooie wereldliteratuur overslaan? Dat is ook waanzin.

Dat zou inderdaad waanzin zijn, maar hoeveel literair snobisten die per definitie geen vertalingen lezen zijn er nu werkelijk? Als ze er zijn, laat ik ze graag met Van Mersbergen in hun eigen snobistensopje gaarkoken. Maar ik denk dat de meeste lezers praktische geesten zijn die vertalingen lezen indien nodig, en het origineel als hun talenkennis ze daartoe in staat stelt. Dat is niet ‘een beetje slap’, dat is gewoon pragmatisch. De Alles-of-niets-keuze die uit het bovenstaande citaat spreekt, is een kunstmatige tegenstelling. Alsof je vals zou spelen wanneer je wel Engelse literatuur in het origineel leest, maar bij boeken in andere talen voor de vertaling kiest.

 *

In tegenstelling tot Van Mersbergen (vergeet dit stuk en lees gewoon zijn romans) geloof ik dat je een vreemde taal wel degelijk goed genoeg kunt leren kennen om romans in die taal te kunnen begrijpen. Als het om taalbeheersing gaat, vormt Van Mersbergens kennis van  het Engels niet noodzakelijkerwijs de bovengrens voor alle Nederlandse mensen. Het raadplegen van een woordenboek (of als het om slang en uitdrukkingen gaat, de onvolprezen online Urban Dictionary) is geen schande. Als ik Hafid Bouazza wil begrijpen, heb ik ook de Van Dale nodig. Soms kom je er inderdaad achter dat een Engels of Duits woord iets heel anders betekent dan je al die jaren hebt aangenomen – net zoals me dat ook bij het Nederlands vroeger wel gebeurde.

Blijkbaar weet Van Mersbergen ook niet hoe plezierig het kan zijn om een boekenwereld op die manier te veroveren, om al lezend steeds verder door te dringen in een vreemde taal, om steeds beter te begrijpen wat een schrijver wil, steeds beter aan te voelen welke sfeer hij of zij wil oproepen. Een van mijn favoriete auteurs is Heinrich Heine. Mijn Duits is verre van perfect, er zijn uitstekende vertalingen beschikbaar, en toch vind ik het prachtig om, met het woordenboek ernaast, zo nu en dan een stuk Heine in het origineel te lezen. Ook al is hij al anderhalve eeuw dood, en ook al is het Duits niet mijn moedertaal, en ook al word ik uit het ritme gegooid doordat ik in een woordenboek zit te bladeren, toch, dichterbij de man kan ik niet komen. Het gevoel dat het lezen van een tekst in de originele taal je geeft, is de literaire variant van Huizinga’s historische sensatie.

 *

Er is nog een ander punt dat Van Mersbergen niet aanroert: als je alleen maar vertalingen leest, ben je geheel aangewezen op een voorselectie die Nederlandse uitgevers maken. Waarom zou je je daartoe beperken? Bovendien ben je ook nog eens afhankelijk van de kwaliteit van de vertalingen. Er zijn uitstekende vertalers, maar er zijn ook veel vertalers die minder kwaliteit leveren. Een stroeve vertaling is een belediging van de originele tekst en sluit je zelfs af van het origineel. Toen ik Butcher’s Crossing van John Williams voor de NRC moest recenseren, viel me op hoe stroef en houterig de Nederlandse vertaling hier en daar was. Dat zorgde voor ergernissen die hadden ontbroken toen ik een paar maanden eerder, het boek in het Engels las: dat ging in één roes, ook al moest ik zo nu en dan een woordje opzoeken. Dan kan je als lezer het Nederlands nog zo goed beheersen, maar bij een slechte vertaling sta je machteloos. Zelfs in goede vertalingen gaat altijd wel iets verloren, een nuance, een dialect, een onvertaalbare woordspeling of verwijzing. Dan maar het woordenboek erbij gepakt en de oorspronkelijke tekst aangevallen, als het dappere snijdertje dat de wijde wereld introk toen zijn directe omgeving te klein voor hem was geworden.

Dit bericht werd geplaatst in lezen en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

3 reacties op koning eenoog in het land der eenogen

  1. Mijn argument tegen slechte vertalingen is nog iets snobistischer dan het uwe: ik lees doorgaans het oorspronkelijke Engels dwars door het Nederlands heen. En ook: ik lees al zo veel Nederlands, in alle registers, waarvan het meeste doorgaans heel matig is. Geen erger straf daarom dan alleen die taal nog te mogen lezen.

    Nog afgezien van de oneindig veel grotere keuze, de prijzen liggen, zeker tweedehands, soms belachelijk laag voor Engelstalige boeken.

    • Ja, het is vast goed voor de hersens (zowel voor de taalcentra als de esthetische kwabben) om eens een andere taal te lezen. En inderdaad, het aanbod, en de prijzen; om nog te zwijgen van de vormgeving van bv oude penguinpockets…penguinpockets

  2. Pingback: Nieuws: Rob van Essen vs Jan van Mersbergen - Lezen in vertaling of niet? - Tzum literair weblog

Plaats een reactie